De betreffende Europese richtlijn bevat een reeks criteria om onnodig omslachtige nationale regels te voorkomen die het voor gekwalificeerde kandidaten moeilijk kunnen maken tot een breed scala aan beroepen toegang te krijgen of deze uit te oefenen.
Dit probleem treft veel Europeanen: ongeveer 50 miljoen mensen, 22 % van de Europese beroepsbevolking, werken in beroepen waartoe alleen personen met specifieke kwalificaties toegang hebben of beroepen met een specifieke beschermde titel, zoals advocaat of apotheker. Vaak zullen er ook specifieke eisen worden gesteld aan de wijze waarop het beroep kan worden uitgeoefend, zoals beperkingen in wie de aandelen van die ondernemingen mag bezitten of hoe deze diensten mogen worden geadverteerd. Ervoor zorgen dat dergelijke regels gerechtvaardigd en evenredig zijn, levert concrete voordelen op voor Europese burgers, zowel voor beroepsbeoefenaren als voor consumenten.
Na een grondige beoordeling van de nationale omzettingsmaatregelen constateerde de Commissie dat sommige EU-landen verschillende voorschriften niet naar behoren hadden uitgevoerd en dat het risico bestond dat de richtlijn in de praktijk niet doeltreffend zou zijn. Daarom heeft zij besloten een juridische procedure (inbreukprocedure) te starten tegen Nederland, Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Litouwen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden.
Als EU-landen gezamenlijk regels afspreken dan moet zij deze in de praktijk ook adequaat invoeren en naleven.
Tijdens een inbreukprocedure zal de Comissie altijd in dialoog blijven met de betrokken EU-landen om tot een oplossing te komen zodat een gang naar de Europese rechter niet hoeft.
Dit zijn de stappen in het proces:
Meer weten? Lees het volledige persbericht.
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 2 december 2021
- Auteur
- Vertegenwoordiging in Nederland