Door het coronavirus was de binnen-en buitenlandse markt voor Nederlandse visserijproducten voor een groot deel weggevallen. De prijzen en de verkoop van verse visserijproducten waren in die periode aanzienlijk gedaald door diverse coronamaatregelen zoals bijv. de sluiting van restaurants.
Om de vissers en aquacultuurproducenten te steunen is Nederland met drie soorten maatregelen gekomen. Wat mogelijk is gemaakt door meer flexibiliteit om geld uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) te kunnen gebruiken voor coronasteun.
Daarbij ging het om:
- Coronasteun voor tijdelijke stopzetting om vissers te compenseren die ervoor kozen hun visserij gedurende 1 tot 5 weken stil te leggen in 2020 toen de prijzen voor vis daalden doordat er minder vraag was. Daarvoor was 8 miljoen euro beschikbaar gesteld, waarvan 50% uit het EFMZV. Dit budget is volledig gebruikt.
- Coronasteun voor de aquacultuur: 1,3 miljoen euro waarvan 75% uit het EFMZV. De regeling liep een maand in 2020 en er zijn 19 verzoeken gehonoreerd.
- Begrotingsoverschrijving van 1,5 miljoen euro, waarvan 75% uit het EFMZV om de verkoop van schelpdieren te stimuleren. Dit was bedoeld om de daling van de verkoop tijdens de corona-crisis gedeeltelijk te herstellen, maar ook om bijvoorbeeld om jongeren aan de mosselen te krijgen.
De keuze van Nederland voor dit soort steun was noodzakelijk maar niet gemakkelijk: Nederland heeft altijd een terughouden standpunt ingenomen over overheidssteun uit vrees voor het risico dat bedrijf afhankelijk worden van overheidssteun. Daarom besloot Nederland om alleen steun te geven aan ondernemingen die het risico liepen om door coronacrisis ernstig in de problemen te komen. De steun was voor tijdelijke stillegging in die perioden waarin er absoluut geen visserij was maar de vaste kosten wel bleven doorlopen. Er is toen een eenmalige subsidie uitgekeerd van 7356.800 euro, waarvan 50% van het EFMZV voor stillegging tussen 16/03 en 31/08/2020 door de overheid.