Nederlandse vrouw heeft baat bij gelijkheidsquotum

Vorig jaar in november werd er een Europees akkoord bereikt over nieuwe EU-regels die bepalen dat in 2026 40 procent van de leden van de raden van commissarissen vrouw zijn, of 33 procent van alle bestuurders.

Uit data van het Europees Instituut voor gendergelijkheid blijkt dat slechts vier landen in de EU de grens van 40 procent halen: Frankrijk, Italië, Nederland en Denemarken. Ons land is dan ook een van de acht EU-landen die een nationaal gendergelijkheidsquotum hebben. In de landen met zo’n hard quotum ligt het percentage vrouwen in bestuursraden op gemiddeld 38,3 procent. In de negen landen die hier nog geen regels over hebben ligt dit slechts op 17,5 procent. Harde afspraken werken dus echt. Vandaar ook de Europese regels op dit gebied.

Alweer tien jaar geleden kwam de Europese Commissie met een voorstel om een betere vrouw-manverdeling in bestuurskamers in een wet te verankeren. Het Europees Parlement ging snel akkoord in 2013. Maar goedkeuring van de EU-landen liet erg lang op zich wachten. Verschillende lidstaten, met Nederland voorop, vonden dat regels op Europees niveau niet nodig. Vorig jaar februari maakte het (toen nieuwe) kabinet een ommezwaai en lag de weg vrij voor een Europees gendergelijksquotum.

Over vijf jaar aan de Europese eis voldoen
Op 1 januari vorig jaar voerde Nederland al een quotum voor het bedrijfsleven in, ten minste 33 procent van de top moet vrouw zijn. De Europese eis ligt dus hoger, op 40 procent. Dit betekent niet dat Nederland het quotum gelijk moet verhogen. Over vijf jaar moeten alle EU-landen voldoen aan de Europese eis, ook Nederland.

Het is dus goed nieuws dat er meer vrouwen in besturen zitten, maar we zijn er nog niet. Niet in Nederland en nog niet in Europa.