Een groot deel van de regels die in Nederland zijn ingevoerd, komen voort uit afspraken, die de EU-landen met elkaar hebben gemaakt. Als een land het EU-recht niet naleeft of niet omzet in nationale wetgeving dan kan de Commissie uiteindelijk naar de rechter stappen. Op de volgende gebieden is er nog werk aan de winkel voor Nederland:
Toegankelijkheid voor mensen met een beperking
De Commissie verzoekt Nederland formeel om de EU-regels op het gebied van toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een handicap om te zetten in nationale wetten. Op grond van de Europese toegankelijkheidswet moeten belangrijke producten en diensten zoals: telefoons, computers, e-boeken, bankdiensten en elektronische-communicatiemiddelen toegankelijk zijn voor personen met een handicap.
Zo kunnen zij actiever en zelfstandiger deelnemen aan bijv. onderwijs en de arbeidsmarkt. Zo neemt de mobiliteit van deze groep van ten minste 87 miljoen Europeanen toe. Bedrijven en diensten moeten voor 2025 voldoen aan een aantal EU-toegankelijkheidseisen.
Nederland had al een aanmaningsbrief gekregen, maar heeft de Commissie nog geen informatie verstrekt over de te nemen maatregelen. Nederland moet nu binnen twee maanden reageren en de nodige maatregelen treffen. Doet Nederland dit niet? Dan kan de Commissie besluiten een zaak aan te spannen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Overheidsopdrachten in de nutssector en concessieovereenkomsten voor Postdiensten
De Europese Commissie dringt er bij Nederland op aan om de EU-regels na te leven i.v.m. overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten.
Nederland heeft een formeel verzoek van de Commissie gekregen over de omzetting van de EU- regels over overheidsopdrachten in de nutssector en over de concessieovereenkomsten voor postdiensten. Volgens de Commissie hadden de postdiensten onder het toepassingsgebied van de Nederlandse omzettingswetgeving moeten vallen.
Onverenigbaar met Europese richtlijnen
De definitie van bijzondere en uitsluitende rechten die Nederland hanteert, is niet verenigbaar met beide richtlijnen omdat entiteiten die verplicht zijn de EU-wetgeving op het gebied van overheidsopdrachten toe te passen, van het toepassingsgebied kunnen worden uitgesloten. Nederland moet nu binnen twee maanden reageren op het formele verzoek en moet de nodige maatregelen nemen. Doet Nederland dit niet, dan kan de Commissie besluiten een zaak aan te spannen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Aanbestedingsregels bij de toekenning van contracten voor openbaar spoorvervoer
De Europese Commissie heeft Nederland laten weten dat ze juridische stappenonderneemt tegen het land. Het gaat om de zogeheten inbreukprocedure. Dit omdat het de EU-regels voor aanbestedingen over het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg niet correct toepast. Nederland heeft besloten de concessieovereenkomst voor personenvervoer per spoor te gunnen aan de huidige exploitant Nederlandse Spoorwegen. De overeenkomst gaat in op 1 januari 2025 en wordt gegund op grond van de bepaling van EU-regels die de onvoorwaardelijke onderhandse gunning van openbare-dienstcontracten voor spoorvervoerdiensten toestaat, maar die vanaf 24 december 2023 niet langer van toepassing is.
Na die datum moeten dienstenovereenkomsten voor openbaar vervoer per spoor in principe openbaar worden aanbesteed. De onderhandse gunning van dergelijke overeenkomsten is de uitzondering en kan vanaf december 2023 alleen nog worden gebruikt in beperkte, welomschreven omstandigheden. De lange periode tussen de gunningsdatum, uiterlijk 24 december 2023, en het moment waarop de diensten na 1 januari 2025 van start gaan, wordt niet door feiten gerechtvaardigd.
De Commissie is daarom van mening dat het besluit om dit contract nu onderhands te gunnen een omzeiling van het beginsel van op concurrentie gebaseerde gunning inhoudt. Nederland heeft een aanmaning gekregen en heeft nu twee maanden de tijd heeft om te reageren en de door de Commissie genoemde tekortkomingen aan te pakken. Bekijk hieronder de infographic voor mogelijke vervolgstappen bij een inbreukprocedure.
Dit is hoe het werkt bij een zogeheten inbreukprocedure:
Veiligheidsvoorschriften voor uitrusting op schepen Zeevervoer
De Europese Commissie start ook een inbreukprocedure tegen Nederland voor het niet-naleven van de EU-regels over veiligheidsvoorschriften op schepen. Dit betreft uitrusting zoals: reddingsvesten, rioolreinigingssystemen en radars aan boord van schepen, die onder EU-vlag varen. Nederland heeft niet gezorgd voor de scheepsuitrusting aan boord van zijn schepen door passende beoordelingsprocessen. Iets wat de EU-regels voorschrijven. Als Nederland geen vervolgactie onderneemt kan de Commissie vervolgstappen zetten.
Verkeersveiligheid
De Europese Commissie start ook een inbreukprocedure tegen Nederland over verkeersveiligheid. Nederland moet de EU-regels over controles langs de weg correct omzetten. Het gaat om de EU-regels i.v.m. de benaming van voertuigcategorieën als de hogesnelheidstrekkers. Wat tot doel heeft om de verkeersveiligheid te verbeteren door te garanderen dat zware bedrijfsvoertuigen geschikt zijn voor gebruik op de openbare weg.
De uiterste datum voor de omzetting van de EU-regel in nationale wetgeving was 27 september 2022. Nederland heeft de Commissie meegedeeld dat de regel is omgezet. Echter de Commissie is van mening dat sommige verplichtingen niet correct zijn omgezet. Nederland heeft een aanmaning gekregen en heeft nu twee maanden om te reageren en om de genoemde tekortkomingen te verhelpen. Als Nederland dit niet doet, kan de Commissie vervolgstappen zetten.
Luchtverkeer
De Europese Commissie start ook een inbreukprocedure tegen Nederland over de uitvoering van een Europees masterplan voor luchtverkeersbeheer. Het project zorgt voor de gelijktijdige uitvoering van verschillende procedures en technische oplossingen, wat essentieel is voor een goed luchtverkeersbeheer in het gemeenschappelijk Europees luchtruim. Stakeholders in Nederland hebben een aantal van deze procedures nog niet uitgevoerd, terwijl dit voor 31 december 2022 had moeten gebeuren.
De Commissie is dan ook van mening dat Nederland er niet voor heeft gezorgd dat zijn operationele stakeholders voldoen aan de eisen van de EU-regels.Nederland heeft een aanmaning gekregen en heeft nu twee maanden de tijd heeft om te reageren en de genoemde tekortkomingen te verhelpen. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie verdere stappen ondernemen.
Bronnen
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 14 juli 2023
- Auteur
- Vertegenwoordiging in Nederland