Concurrentie: Europese Commissie start onderzoek naar deal tussen Meta en Google over online advertentiediensten

 "Veel uitgevers zijn afhankelijk van online-weergaveadvertenties om online-inhoud voor consumenten te financieren. Via de zogeheten "Jedi Blue"-overeenkomst tussen Google en Meta is een technologie die concurreert met Google's Open Bidding mogelijk het doelwit geworden om deze te verzwakken en uit te sluiten van de markt voor de weergave van advertenties op uitgeverswebsites en -apps. Als dit door ons onderzoek wordt bevestigd, zou dit de concurrentie op de toch al geconcentreerde ad-techmarkt beperken en verstoren, ten nadele van rivaliserende ad serving-technologieën, uitgevers en uiteindelijk consumenten", aldus Uitvoerend Vicevoorzitter Margrethe Vestager, mededingingsbeleid. Meer weten over deze kwestie? Lees het volledige persbericht.

Achtergrond: wat houdt het concurrentiebeleid in?

Bedrijven moeten concurreren en moeten daarom de beste producten tegen de beste prijs bieden. Anders gaat de consument naar een ander. In een vrije markt concurreren bedrijven en haalt de consument hier voordeel uit doordat er meerdere aanbieders zijn en de prijzen daardoor lager zijn dan als er sprake is van een monopolie positie van een bedrijf.

Soms proberen bedrijven de concurrentie te beperken, waardoor de prijzen kunstmatig hoog kunnen worden gehouden. Om te zorgen dat de markt goed blijft functioneren, moeten autoriteiten zoals de Commissie concurrentieverstorend gedrag voorkomen of ongedaan maken. De Commissie houdt toezicht op:

• misbruik van machtspositie : een onderneming met een sterke positie op de markt probeert concurrenten van de markt te verdrijven
• afspraken tussen ondernemingen die de concurrentie beperken: kartels en andere onwettige overeenkomsten waarbij ondernemingen afspreken niet met elkaar te concurreren en hun eigen regels proberen vast te stellen
• fusies, overnames, joint ventures e.d.: toegestaan als zij de markten ontwikkelen en de consument hiervan kan profiteren
• staatssteun, d.w.z. financiële steun van nationale overheden voor bedrijven: toegestaan als het de concurrentie tussen ondernemingen in de EU niet verstoort en de economie niet schaadt
• de liberalisering van de transport-, energie-, post- en telecommunicatiesectoren. Vroeger waren dit staatsmonopolies. Het is belangrijk dat bij de liberalisering geen oneerlijk voordeel ontstaat voor deze vroegere monopolies.
• samenwerking met de nationale mededingingsautoriteiten die toezien op de EU-concurrentieregels om te zorgen dat die EU-concurrentieregels in de hele EU op dezelfde wijze worden toegepast. Meer weten? Bezoek de speciale website.