Geschreven op 25 november door:
Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell, Commissaris Jutta Urpilainen en de EU-ministers van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking van 24 EU-landen, waaronder Ben Knapen, demissionaire Minister van Buitenlandse Zaken en Tom de Bruijn, demissionaire Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking .
De EU heeft duidelijk gemaakt dat haar toekomstige ontwikkelingshulp aan Afghanistan zal afhangen van de normen inzake mensenrechten, met inbegrip van de rechten van vrouwen en meisjes. In overeenstemming met haar waarden en overtuigingen zal de EU vrouwen en meisjes wereldwijd blijven steunen.
Mensenrechten, vrijheid, democratie en gelijkheid vormen de kernwaarden van de Europese Unie. Gelijkheid verrijkt onze samenlevingen en versterkt de veerkracht. Gendergelijkheid is de sleutel tot vrede, veiligheid, economische welvaart en duurzame ontwikkeling.
Daarom is het de politieke prioriteit en doelstelling van de EU om vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid op alle niveaus te bevorderen en te waarborgen. Het EU-genderactieplan III en de nieuwe EU-begroting voor extern optreden bieden een stappenplan voor mondiale actie naar een wereld waarin mannen en vrouwen gelijk zijn. Wij werken nauw samen met multilaterale, regionale en bilaterale partners, waaronder het maatschappelijke middenveld, om deze doelstellingen te verwezenlijken. We hebben echter nog een lange weg te gaan en mogen niet op onze lauweren rusten.
In veel landen heeft de pandemie de bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op diverse van de volgende gebieden nog vergroot: onderwijs, opleiding, gezondheid, veiligheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, en economische kansen. De COVID-19-lockdowns hebben daarnaast vaak geleid tot een toename van gendergerelateerd en met name huiselijk geweld. Tegelijkertijd is de zorglast grotendeels bij vrouwen en meisjes terechtgekomen. Werknemers in de informele economie en met laaggeschoolde banen (vaak vrouwen), migranten en leden van minderheden betalen een hogere tol en worden geconfronteerd met veel vormen van discriminatie op elkaar overlappende gebieden.
Voor meisjes is ook het risico op seksuele uitbuiting, zwangerschap op jonge leeftijd, kinderarbeid en gedwongen huwelijk toegenomen als gevolg van schoolsluitingen. Volgens het Malala-fonds bestaat het risico dat nog eens 20 miljoen meisjes de school vroegtijdig zullen verlaten, waardoor het totale aantal meisjes zonder kans op onderwijs tot 150 miljoen stijgt - evenveel als een derde van de EU-bevolking.
Volgens een recent VN-rapport waren de militaire uitgaven in 2020 nog steeds hoger dan de uitgaven voor gezondheid wereldwijd, zelfs in een jaar dat werd gedomineerd door de coronapandemie. Om een duurzaam herstel van de COVID-19-pandemie tot stand te brengen, moeten we onze inspanningen voor gendergelijkheid verdubbelen.
We moeten nú meer doen
Deze uitdaging vereist nú een mondiale respons, nu we bouwen aan een postpandemische toekomst waarin we onze kinderen en kleinkinderen willen zien opgroeien, met meer gelijkheid en diversiteit en échte gelijke kansen. We moeten de onderliggende oorzaken van genderongelijkheid en discriminatie aanpakken om duurzame verandering tot stand te brengen.
De Europese Unie en haar lidstaten, en ook de Europese financiële instellingen, staan sinds de start van de pandemie aan de zijde van alle vrouwen en meisjes. Als Team Europe hebben we al 46 miljard euro vrijgemaakt ter ondersteuning van meer dan 130 partnerlanden, met bijzondere aandacht voor vrouwen en jongeren.
Dit kan aan de hand van drie voorbeelden worden geïllustreerd: in Nepal hebben we ervoor gezorgd dat één miljoen meisjes en jongens verder onderwijs kunnen krijgen dankzij een op radio’s gebaseerd systeem. In Togo hebben we een universele inkomensregeling op de rails helpen zetten en steun verleend voor de benoeming van vrouwen aan het hoofd van nieuwe gemeenten. Wereldwijd heeft het Spotlight-initiatief van de EU en de VN 650 000 vrouwen en meisjes geholpen geweld tegen hen te voorkomen of aan te pakken, en 880 000 mannen en jongens bewust gemaakt over positieve mannelijkheid, geweldloze conflictoplossing en ouderschap.
Om de groeiende uitdagingen het hoofd te bieden, moeten we echter meer doen. Dat is de doelstelling van het genderactieplan III. Het bevordert leiderschap en zinvolle participatie van vrouwen, meisjes en jongeren in het politieke, economische, sociale en culturele leven en in alle aangelegenheden die verband houden met vrede en veiligheid.
We zetten ons in om de menselijke ontwikkeling weer op de rails te krijgen
Met de 79,5 miljard euro uit het nieuwe NDICI-instrument — Europa in de wereld, dat het externe optreden van de EU in de komende zeven jaar zal ondersteunen, willen we dit plan nu in de praktijk brengen.
Steun voor onderwijs en met name onderwijs voor meisjes zal daarbij centraal staan. Net zoals we in noodsituaties steun verlenen aan onderwijs, heeft de EU zich samen met partnerlanden tijdens de pandemie ingespannen om de gevolgen ervan voor kinderen zoveel mogelijk te beperken en om een veilige terugkeer naar school te vergemakkelijken.
Wij verstrekken als Team Europe al meer dan de helft van alle hulp aan onderwijs wereldwijd. We gaan onze financiële steun nog verder verhogen, om gendergelijkheid via kwaliteitsonderwijs op alle niveaus te bevorderen. Onze gezamenlijke toezegging van 1,7 miljard euro aan het wereldwijde partnerschap voor onderwijs in juli - om het onderwijs voor meisjes en jongens in wel 90 landen en gebieden te transformeren - maakt deel uit van deze nieuwe start.
We schroeven onze inspanningen op; van het ondersteunen van onderwijs en economische kansen voor vrouwen en meisjes tot het verbeteren van hun toegang tot diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. In 2025 zal 85 % van alle nieuwe acties in het externe optreden van de EU bijdragen aan gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen.
Dit proces wordt nu afgerond met onze partnerlanden op basis van nauw overleg met maatschappelijke organisaties, vrouwenrechtenactivisten en jongeren.
We moeten de menselijke ontwikkeling weer op de rails krijgen en de doelen voor duurzame ontwikkeling uiterlijk in 2030 realiseren, waarbij niemand aan zijn lot mag worden overgelaten.
Het is van cruciaal belang dat we dit goed doen.
Delen