Wie in het warme voorjaar een wandeling maakt in een gebied waar er veel eikenbomen zijn, kan ondervinden dat de eikenprocessierups dat plezier kan bederven. De rups loopt in een stoet over de eikenboom en ontwikkelt brandharen. Doordat de wind deze haartjes meeneemt kunnen deze in de periode van half mei-juli voor gezondheidsklachten zorgen zoals jeuk, irritatie in de keel, rode ogen, duizeligheid etc.
Geteisterd
Sommige gebieden worden echt geteisterd door de processierups. Bomen worden beschadigd en huisdieren en vee worden ziek. Ook moeten fiets- en wandelpaden, campings, festivals etc. worden afgesloten. Deze overlast raakt dus de gezondheid, het milieu, recreatie en economische activiteiten.
Gebruik van biociden is schadelijk
De bestrijding van deze rupsen wordt vaak gedaan met van biociden (insecticiden) en het wegzuigen van de rupsen. Dit kost de gemeenten veel geld. Bovendien is het gebruik van biociden schadelijk voor de biodiversiteit. (Het gebruik van pesticide BTK is niet toegestaan in de EU en is iets waarvoor landen tijdelijk toestemming kunnen geven.)
Gebruik halveren
Om de eikenprocessierups op een natuurlijke manier te bestrijden werken Nederland en België samen aan het groene, LIFE EU-project Eikenprocessierups. Met als doel om het gebruik van biociden te halveren in de betrokken regio’s: Noord-Brabant, Limburg en Gelderland in Nederland en Antwerpen en Limburg in België. Het project moet er ook toe leiden dat ecologische beheermethoden de norm worden en dat deze in de wet worden verankerd.
Om de processierups op een natuurlijke manier te bestrijden wordt er ingezet op:
- vogels, zoals de kool- en pimpelmees aan te trekken als natuurlijke vijanden. Dit kan door te voorzien in nestkasten voor deze predatoren;
- natuurlijke predatoren, zoals wespen, vliegen en roofkevers aan te trekken door aangepast bermbeheer;
- de ‘Poppenrover’ inheemse kever herintroduceren.
Meer weten? Lees verder op de speciale website.
Dit EU-project is gestart op 1 september 2020 en loopt tot 31 augustus 2025. Het is gefinancierd door LIFE, een EU-subsidieprogramma voor milieu en klimaat.
Projectaanvrager: Provincie Antwerpen.