Door het nieuwe voorstel van de Europese Commissie krijgen juist minder veehouders te maken met strengere regels. Tegelijk zorgt het voorstel ervoor dat de grootste vervuilers gedwongen worden hun uitstoot te verminderen door innovatie.
300.000 Europeanen sterven vroegtijdig door vervuiling
Bedrijven met grootschalige intensieve veeteelt zijn een fikse bron van luchtvervuiling in de Europese Unie. Elk jaar sterven er 300.000 Europeanen vroegtijdig door de gevolgen van deze vervuiling. Dergelijke bedrijven worden in de EU alleen maar groter. Vooral varkens- en pluimveehouderij vindt steeds vaker plaats op industriële schaal.
Minder uitstoot van gevaarlijke stoffen
De Europese Commissie heeft daarom in april vorig jaar voorgesteld om de uitstoot van (zeer) intensieve veeteelt -rundvee, varkens en pluimvee- onder de Richtlijn Industriële Emissie te laten vallen. Deze bestaande wet zorgt ervoor dat de uitstoot van gevaarlijke stoffen, zoals methaan en fijnstof, vermindert door bijvoorbeeld energiecentrales en bedrijven die metaal, levensmiddelen en chemicaliën produceren.
De voorgestelde drempel om een bedrijf te bestempelen als van ‘industriële grootte’ is 150 stuks grootvee – dit komt overeen met 250 vleeskoeien, 500 vleesvarkens, 10.000 leghennen of 21.400 vleeskuikens. Deze drempel zorgt ervoor dat kleine familiebedrijven niet worden lastiggevallen met nieuwe eisen, maar de grootvervuilers wel worden aangepakt.
EU-steun voor innovatie
Nieuwe data tonen aan dat minder agrarische bedrijven in de EU onder deze regels gaan vallen dan aanvankelijk werd verwacht. In de eerste schatting zouden 184.200 agrarische bedrijven betrof, dat blijken er nu 134.708 te zijn. Dit komt door fusies en het feit dat bedrijven met zowel varkens en pluimvee in het verleden soms dubbel geteld werden. Bedrijven die wel onder de richtlijn gaan vallen kunnen steun ontvangen uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU voor innovatie om hun uitstoot te verminderen.
Bronnen
Bijzonderheden
- Datum publicatie
- 24 februari 2023
- Auteur
- Vertegenwoordiging in Nederland