De EU financiert een reeks veelbelovende onderzoeksprojecten op dit gebied, waaronder twee projecten om het risico op borstkanker bij vrouwen beter te kunnen vaststellen voor optimale screening en preventie - en zo vrouwenlevens te redden.
Vroegtijdige opsporing belangrijk
Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen overal ter wereld. Om levens te redden is het uiterst belangrijk om tumoren vroegtijdig op te sporen en preventieve maatregelen te nemen, rekening houdend met de kans dat een vrouw de ziekte tijdens haar leven krijgt.
Nieuwe tools voor preventie en risicovermindering
De EU financiert projecten zoals BRIDGES en B-CAST. Hiermee worden instrumenten op maat ontwikkeld om het risico dat een vrouw borstkanker krijgt, nauwkeurig te kunnen inschatten. Wat vrouwen en artsen moet helpen om dat risico te verminderen en de ziekte te voorkomen.
Beide projecten zijn bedoeld om de huidige genetische testmethoden te verbeteren. Deze worden steeds vaker gebruikt om het risico op borstkanker vast te stellen. Bij vrouwen met een verhoogd risico kan er zo in een vroeg stadium alles aan worden gedaan om de ziekte te voorkomen door intensievere screening, chemopreventie of een chirurgische ingreep.
Met BRIDGES worden alle DNA-varianten van bekende en vermeende borstkankergenen uitgebreid geëvalueerd om de bestaande databanken uit te breiden. Ook moet een ‘evidence-based’ overzicht van borstkankergenen worden opgesteld, met vermelding van het geschatte risico dat gepaard gaat met elk van de genen.
Deze gegevens zullen worden ingevoerd in de eenvoudige online ‘voorspellingstool’ die in het BRIDGES-project wordt ontwikkeld en BOADICEAPLUS zal gaan heten. Deze tool zal genetische, hormonale, levensstijl- en borstdichtheidsrisicofactoren in één score combineren, waardoor artsen het risico op borstkanker bij vrouwen nauwkeuriger kunnen berekenen.
Vormen van borstkanker onderscheiden
BRIDGES werkt nauw samen met B-CAST, waarmee ook online tools worden ontwikkeld om vrouwen met een matig tot hoog risico op borstkanker te identificeren, evenals het subtype van borstkanker waarop zij het hoogste risico lopen en de prognose voor dat specifieke subtype.
Dit is belangrijk, omdat niet alleen de effectiviteit van preventieve en vroegtijdige opsporing per subtype verschilt, maar ook de respons op behandeling. Met de resultaten kunnen zorgverleners preventie- en behandelingsstrategieën beter afstemmen op de specifieke situatie en behoeften van elke vrouw.
Wanneer het subtype bekend is, kan onder andere beter worden vastgesteld welke vrouwen meer baat hebben bij screening vanwege een verhoogd risico op tumoren die op deze manier eerder kunnen worden ontdekt, en welke vrouwen meer hebben aan preventieve endocriene therapie vanwege hun verhoogde risico op endocriene-responsieve tumoren.
In het B-CAST-project wordt gebruik gemaakt van informatie van het ‘Breast Cancer Association Consortium’. Klinische informatie van ongeveer 80.000 borstkankerpatiënten wordt in verband gebracht met informatie over risicofactoren, en nieuwe gegevens worden gegenereerd over de moleculaire kenmerken van een subset van ongeveer 20.000 tumoren uit een mondiale pool.
Deze twee projecten hebben EU-steun gekregen uit het EU-subsidieprogramma Horizon2020, de voorloper van Horizon Europe.